In dit bericht bespreken we de verschillen tussen MOSFET’s en transistors, hun doeleinden en hun verbindingen. We zullen ook ingaan op het onderscheid tussen relais en transistors, en onderzoeken hoe FET-transistors werken.
Wat is het verschil tussen een MOSFET en een transistor?
Een MOSFET (Metal-Oxide-Semiconductor Field-Effect Transistor) is een specifiek type transistor, en het begrijpen van de verschillen daartussen kan van cruciaal belang zijn voor het selecteren van de juiste component voor uw circuit.
Een standaardtransistor, vaak verwijzend naar een bipolaire junctietransistor (BJT), werkt door stroom te gebruiken om de stroom te regelen. Het heeft drie aansluitingen: de emitter, de basis en de collector. De stroom die door de basis vloeit, regelt de stroom tussen de collector en de emitter. BJT’s worden doorgaans gebruikt voor analoge signalen en versterking.
Een MOSFET gebruikt daarentegen spanning om de stroom te regelen. Het heeft drie aansluitingen: de poort, afvoer en bron. Door een spanning op de gate aan te leggen, regelt u de stroom tussen de drain en de source. MOSFET’s worden vaak gebruikt in digitale circuits en vermogensschakelingen vanwege hun hoge ingangsimpedantie en efficiëntie bij het schakelen.
Wat is het doel van een MOSFET?
Het primaire doel van een MOSFET is om te fungeren als schakelaar of versterker in elektronische circuits. MOSFET’s worden veel gebruikt in digitale circuits voor schakeltoepassingen en in analoge circuits voor versterking. Ze hebben in veel toepassingen de voorkeur vanwege hun hoge efficiëntie, laag energieverbruik en hoge schakelsnelheden.
Hoe sluit je een MOSFET aan?
Voor het aansluiten van een MOSFET is het nodig dat u de drie aansluitingen ervan begrijpt: gate, drain en source. De poort is de bedieningsterminal, de afvoer is waar de stroom naar binnen stroomt en de bron is waar de stroom naar buiten gaat.
- Voor schakeltoepassingen: Sluit de poort aan op een stuurspanningsbron. De afvoer wordt aangesloten op de belasting en de bron is verbonden met de grond. Wanneer de poortspanning de drempelspanning overschrijdt, wordt de MOSFET ingeschakeld, waardoor er stroom van de drain naar de source kan stromen.
- Voor versterking: In een versterkercircuit wordt de MOSFET doorgaans geconfigureerd als een common-source, common-drain of common-gate versterker, afhankelijk van de gewenste versterking en karakteristieken van de versterker.
Wat is het verschil tussen een relais en een transistor?
Relais en transistors worden beide gebruikt voor schakeltoepassingen, maar ze werken anders en hebben verschillende kenmerken.
- Relais: Een relais is een elektromechanische schakelaar die een elektromagneet gebruikt om een reeks contacten fysiek te openen of te sluiten. Hij kan hoge stroom en spanning schakelen, maar is relatief langzaam vergeleken met elektronische schakelaars. Relais worden vaak gebruikt in toepassingen waarbij isolatie tussen het stuurcircuit en de belasting vereist is.
- Transistor: Een transistor, inclusief MOSFET’s, is een elektronische schakelaar die elektrische signalen gebruikt om de stroom te regelen. Het werkt sneller dan een relais en wordt gebruikt voor het schakelen en versterken van signalen in elektronische circuits. Transistors zijn ideaal voor hogesnelheidstoepassingen en schakelen met lage tot matige stroom.
Hoe werkt een FET-transistor?
Een FET (Field-Effect Transistor) werkt door gebruik te maken van een elektrisch veld om de stroomstroom te regelen. Het heeft drie aansluitingen: gate, drain en source. De gate-terminal regelt de geleidbaarheid van een kanaal tussen de drain- en source-terminals.
Wanneer er een spanning op de poort wordt aangelegd, ontstaat er een elektrisch veld dat de geleidbaarheid van het kanaal moduleert. Hierdoor wordt de stroom tussen de afvoer en de bron mogelijk of geblokkeerd. FET’s, inclusief MOSFET’s, worden veel gebruikt vanwege hun hoge ingangsimpedantie en efficiëntie bij schakeltoepassingen.
We hopen dat deze uitleg u helpt de verschillen en toepassingen van MOSFET’s en transistors te begrijpen, evenals hun verbindingen en hoe ze zich verhouden tot relais.